Populier
- polyvalente en gemakkelijk bewerkbare, maar niet duurzame houtsoort;
- geschikt voor daktimmerwerk, meubelen en meubelonderdelen, skeletbouw, lichte en zware verpakkingen en verpakkingsmateriaal, divers plaatmateriaal, lichte en industriële spanten …
- Europese productieboom bij uitstek;
- selectie en veredeling verhogen de kwaliteit en vergemakkelijken de bewerking van klonen;
- landschappelijk belangrijk en rendabel in de klassieke bosbouw.
Uitzicht en structuur
Populieren groeien snel en worden soms meer dan 40 meter hoog, met een diameter van meer dan 3 meter. Oude gekloonde exemplaren worden geveld na 40 jaar, de jongste klonen al na 20 jaar. De stam is meestal heel recht en – mits snoeiing – kwastvrij tot op een hoogte van 8 tot 10 meter.
Door de onevenwichtige opbouw van het hout ontwikkelt zich redelijk veel trekhout. Dat heeft nadelige gevolgen: veel groeispanningen, scheuren, vervormingen, wollig houtoppervlak, golven en scheuren in fineervellen. De aanwezigheid van trekhout gaat meestal gepaard met excentrisch gelegen merg in de stam. Sommige klonen bevatten ook veel ‘slapende’ knoppen. Die vormen kleine vlekjes in het oppervlak van fineervellen en maken ze bros. Toch zijn dergelijke vellen om esthetische redenen vaak gegeerd.
Populierenhout heeft een gelijkmatige structuur en meestal een rechte draad. Het is licht en zacht, en heeft een fijne nerf. Bij nieuwe klonen zijn de groeiringen vaak meer dan 2 cm breed. Over heel de breedte van de groeiring zijn veel kleine vaten regelmatig verspreid. Het steunweefsel bestaat uit vezels van 1,5 mm, wat lang is voor een loofhoutsoort. Zij bepalen de stijfheid van de boom. Het hout telt vele fijne stralen, die onzichtbaar zijn voor het blote oog.
Kleur en tekening
Het kernhout is wit tot geelwit en licht glanzend, en het spinthout is er moeilijk van te onderscheiden. Populierenhout heeft vaak een ‘valse kern’: een bruine tot grijsgroene verkleuring met middenin een zwarte adertekening. Bij versgehakt hout is die tekening nog uitgesproken, toch verzacht ze wat bij het drogen. Voor toepassingen waarvoor het uitzicht belangrijk is, vermindert de aanwezigheid van een ‘valse kern’ de waarde aanzienlijk.
Kwaliteit
De Europese norm NBN EN 1316-2 regelt sinds 1997 de kwaliteitssortering van populierenhout. Ze is van toepassing op alle gecommercialiseerde klonen en onderscheidt drie kwaliteitsklassen. De score van het hout voor verschillende criteria zoals de aanwezigheid van gebreken of de stamafmetingen, bepalen in welke klasse het geklasseerd wordt.
Duurzaamheid
Het kern- en spinthout zijn niet duurzaam (natuurlijke duurzaamheidsklasse V) en zijn gevoelig voor verblauwing.
Toepassingen
- daktimmerwerk;
- lichte en industriële spanten;
- meubelen en hun onderdelen (bijv. skelet, bedbakken, legplanken);
- lichte verpakkingen (kaasdoosjes, kratten), zware verpakkingen (kisten, pallets) en opvulmateriaal voor verpakkingen;
- divers plaatmateriaal:
- multiplex;
- fineerplaten voor decoratief meubelwerk en binnenschrijnwerk;
- LVL;
- INTRALLAM;
- papier;
- lucifers;
- tekenplanken;
- speelgoed;
- huishoudartikelen;
- klompen.
Populierenhout | ||
Gemiddelde volumieke massa* | 300 tot 520 kg/m³ | |
Radiale krimp | 60 tot 30% r.v.** | 0,6% |
90 tot 60% r.v.** | 0,7% | |
Tangentiële krimp | 60 tot 30% r.v.** | 1,4% |
90 tot 60% r.v.** | 1,9% | |
Werken | 60 tot 30% r.v.** | 2% |
90 tot 60% r.v.** | 2,6% | |
Vochtgehalte stammen | 100 tot >250% | |
Warmtegeleiding | 0,12 à 0,13 W/mK | |
Zuurtegraad | 5,8 pH (van de waterige oplossing) | |
Hardheid (Brinell) | 10-15 MPa | |
Axiale druksterkte | 29-37 MPa | |
Statische buigsterkte | 45-76 MPa | |
Dynamische buigsterkte | 3,8-4,9 Nm/cm² | |
Elasticiteitsmodulus | 6500 tot 11.300 N/mm² | |
Longitudinale schuifsterkte | 5-7 MPa | |
Treksterkte – evenwijdig met de vezel | 1,8-2,4 MPa | |
Splijtsterkte | 10-15 N/mm |
* bij houtvochtgehalte van 15 procent / ** relatief luchtvochtgehalte